Geschiedenis
De soorten seringen die via de veiling leverbaar zijn, zijn meer dan 100 jaar oud. Aan het begin van de 20e eeuw was de sering één van de eerste snijbloemen die in de winter op de veiling werden aangevoerd en geveild.
Waarom de eilanden op de Westeinderplas?
Voor 90% wordt de sering op de eilanden van de Westeinderplas in Aalsmeer geteeld. De grond op deze eilanden bestaat voornamelijk uit veen; wat optimale grond is voor de sering. Veengrond is kluithoudend, waardoor de seringenstruik niet uitdroogt. De struiken staan namelijk tijdens hun levenscyclus van 2 jaar een half jaar boven de grond.
De teelt
Seringen worden op een onderstam geënt; die dan twee jaar oud is. De struik wordt na het enten in de veengrond op de eilanden gepoot. Na drie jaar wordt de struik verpoot op een grotere afstand van elkaar en blijven twee jaar staan. Vervolgens wordt de struik naar de warme kas gebracht waar de takken met de bloem van de struik tot bloei komen.
De teelt duurt twee jaar; in het eerste jaar wordt de sering in het voorjaar gepoot en in de winter wordt de struik gesnoeid. In het daaropvolgende voorjaar, rond de maand april, gaat de struik uitlopen. Te veel uitgelopen spruiten worden dan weggeplozen. Twee weken later gaat er een net over de seringenstruiken om te voorkomen dat er takken stukwaaien. Na zes weken is de tak bijna volgroeid en dan wordt de kluit rond gestoken; dit wordt handmatig met de schop gedaan. Het rondsteken zorgt ervoor dat de struik 'geplaagd' wordt en dat de bloemvorming bevorderd wordt.
Voor de herfst, ongeveer in augustus/ september, worden de struiken losgemaakt uit de grond en met de boot naar de kwekerij gebracht. De struiken worden dan buiten de kassen neergezet. De lege akkers worden bedekt met bagger om zo de hoogte van de akkers te behouden. Door het telen zakken de akkers namelijk iedere twee jaar ongeveer vijf centimeter. Zo wordt de grond van de akkers weer klaargemaakt voor een toekomstige nieuwe teeltcyclus.
In december worden de seringen die buiten de kassen staan in kleine partijen naar binnen gebracht. De temperatuur in de kas wordt naar 36 graden gebracht. De bloem van de sering wordt hierdoor los gestrookt en gaat bij deze hoge temperaturen open, waardoor de sering een trekheester is. Het opengaan van de bloem duurt ongeveer één week. Tijdens het los steken gaan naast het opengaan van de bloem ook de bladknoppen open. Deze bladknoppen worden weggeplozen en twee weken later zijn de bloemen oogstbaar. Na het oogsten worden de bloemen klaar gemaakt voor de veiling. De kale struiken worden gesnoeid en teruggebracht naar de akkers op de Westeinderplas.
Soorten
De soorten die wij telen zijn:
- Dark Koster,
- Ruhm von Hortenstein
- Lavelliensis
- de Maidens Blush