De Ilex verticillata, ook wel de winterbes genoemd, valt onder de volledige buitenteelt. De struik wordt om het jaar geoogst, waardoor we in twee partijen hebben met ieder jaar 10.000 struiken.

De beshoudende takken worden in het najaar, begin oktober, van de stuik geknipt waarna de struik zo'n twee maanden hierna, machinaal wordt rondgestoken. In het daaropvolgende voorjaar maakt hij nieuwe rechte takken.

In het tweede voorjaar, dus het jaar daarop, loopt het gewas uit en ontstaan er zijscheuten waarop de bloemen ontstaan. Enkel de vrouwelijke struiken dragen de bessen. De mannelijke struiken geven alleen bloemen die noodzakelijk zijn voor de bestuiving. Van de mannelijke struiken kunnen we dan ook geen takken knippen welke geschikt zijn om te veilen.

Voor goede beshoudende takken is bestuiving door bijen zeer belangrijk. Hiervoor worden door een professionele imker bijenvolken op onze diverse akkers geplaatst. Daarnaast is, voor goede volle takken, vochtige grond een absolute voorwaarde. De veengrond waarop wij telen is dan ook uitermate geschikt als bodem voor de Ilex. Als de bessen rood worden, worden de takken van de struik geknipt en naar de kwekerij gebracht. Daar leggen we de takken "te broeien" onder plastic. Hierdoor zal het blad eraf vallen en blijven alleen de takken met de bessen behouden.

Na 4 weken, als het blad eraf is gevallen, worden ze naar onze schuur gebracht om ze te verwerken voor verkoop en transport.

De Ilex verticillata is verkrijgbaar in de periode van oktober tot en met december met een piek in de weken voor Kerstmis.